Tiny’s papa

Een tijdje geleden schreef ik hier al het verhaal van mijn grootmoeder en dus ook een stuk dat van mijn moeder: Tiny op zolder

Nu wil ik jullie graag even meenemen naar de Antwerpse Kempen, vroege jaren veertig. Midden in de oorlog stond er een boerderij in Wuustwezel, Jules en Anna werkten hard  en als er alarm was, vluchtten ze naar de molen, kindjes aan de hand, de kleine Stan als baby mee met Anna.

Hij groeide op temidden van nog acht broers en zussen die allemaal een beetje voor elkaar zorgden en veel samen speelden. De jongens hoofdzakelijk buiten, ‘buske stamp‘ (voetballen met een blikje), gaan fietsen over de grens naar Nederland, knikkeren, bikkelen, visjes vangen, een vijvertje maken,…

Toen hij wat ouder werd, was hij niet thuis te houden: ofwel ging hij ergens werken om wat geld bij te verdienen, of hij ging op stap met zijn jongere broer. Uitgaan en dansen, met mensen babbelen, vrienden maken, en vriendinnen! Hij knutselde ook van alles in en uit elkaar en iedereen zei, die jongen wordt nog eens iets. Die kan van niets alles maken. Een ondernemer!

scan-24-2

Mijn vader achterop bij zijn broer Jef

Ze hadden ook een brommer, die werd zo’n beetje door iedereen gebruikt, maar Stan deed er van alles mee, kunstjes en stunten, niets was hem te gek, hij was een echte durfal. Tot die ene nacht, die ijskoude winter van 1963. ’s Morgens stond Maria, mijn grootmoeder, heel vroeg op en haar zoon lag niet in zijn bed. Meteen gingen ze op zoek, langs de straten van waar hij had langs gereden de vorige avond. Na enige tijd vonden ze hem, half bevroren, aan de kant van de weg half in de bevroren sloot. Van een helm of beschermende kledij was toen helemaal geen sprake.

Die vrieskou heeft eigenlijk zijn leven gered. Want er was van alles gaan bloeden maar door de kou werden verschillende bloedingen gestelpt. Hij was wel bont en blauw maar had niks gebroken, en na zes (!) weken coma werd hij eindelijk wakker. De zuster en zijn familie begon meteen tegen hem te praten, en hij zei: “Ik kan jullie niet zien, hoor.”  Toen pas werd ontdekt dat hij zijn gezichtsvermogen verloren had. Allerlei onderzoeken en operaties leverden niks op, niks meer aan te doen.

Het vervolg? Zoals ik al schreef: het was een ondernemer, een durfal en stilzitten stond niet in zijn woordenboek. Hij had gehoord over een revalidatiecentrum in het verre Brugge, waar ze hem een vak konden leren, lopen met een witte stok, en je plan leren trekken in het dagelijks leven. Dus hup, hij weg van thuis, op internaat in Brugge.

Twee jaar later (in de golden sixties!) vond hij werk bij de grote fabriek Siemens, had hij ook mijn moeder leren kennen, en bleef in Brugge wonen. Ze trouwden en nog wat later werd hun dochter geboren: Tiny.

Mijn vader wordt vandaag 76 jaar en woont nog steeds zelfstandig met mijn moeder in Brugge. Proficiat hé, pa!

18 comments

  1. Dit is het tweede stukje dat ik vandaag lees, en waarbij ik koude rillingen krijg.
    Verschrikkelijk om aan die jonge leeftijd de mooiste gave die een mens krijgt (het zicht) te moeten verliezen.
    Het zijn cracks die niet bij de pakken blijven zitten, hun leven terug opnemen en van hun knutselkunst gebruik maken om bij de vrouw van hun leven een ferme dochter te maken!

    Geliked door 1 persoon

  2. Ook al ontmoette ik je ouders maar één keertje (als ik het me goed herinner…): ’t is een straffe kerel en je moeder is ook een straffe madam. Doe ze maar de groeten, al zullen ze me niet meer herinneren… knuffel ze nog maar ne keer goed en liefdevol !

    Geliked door 1 persoon

  3. Ik wist niet dat je vader zijn zicht is verloren door een ongeluk. Toeme, dat moet verschrikkelijk hard zijn aangekomen.
    Bij deze wens ik hem van harte een gelukkige verjaardag.

    Geliked door 1 persoon

  4. Ik blijf dat ongeloofelijk vinden dat mensen die blind zijn zo zelfstandig kunnen leven, ik functioneer niet in het donker, steek altijd licht aan om te zien, ik denk dat ik het vreselijk zou vinden om altijd in het donker te zitten.

    Like

Plaats een reactie