En ik ga ook vertellen dat er een verschil is tussen Egypte als land en de regio Zuid-Sinaï. Want ik zeg altijd “Tiny gaat naar Egypte” maar eigenlijk maken mensen dan vaak de verkeerde voorstelling. Ze zien piramides, Caïro en Luxor en cruises op de Nijl, luxe resorts en toeristische aanslagen.
Sinaï is een aparte regio,
een schiereiland tussen Afrika en Azië. Geografisch gezien ligt de Sinaï dus in Azië. Het noordelijke deel van de Sinaï bestaat voornamelijk uit platte uitgestrekte zandvlakten en grenst ook aan de Gazastrook. Het zuidelijke gedeelte echter, waar ik telkens verblijf, grenst aan de golf van Aqaba, die gevuld is met koraalriffen en kleurrijke vissen (geen haaien!). Aan de westelijke kant ligt dan de golf van Suez.
Wat belangrijk is om te weten is dat de oorspronkelijke bevolking in Sinaï bestond/bestaat uit Bedoeïenen, met een eigen cultuur en gewoontes. Een groot verschil met de “gewone” Egyptenaar.

Sinds maandagavond ben ik terug in het land.
Ik ben er nu al drie keer geweest, in mijn paradijsje. Let op, het is niet voor iedereen, dat zei ik al in een vorige blogpost. Back to basics op alle vlakken. Slapen, wassen, weinig doen en leren creatief zijn in je alleen zijn. Ik bedoel: creativiteit ontstaat bij verveling. Zelf verveel ik me daar geen moment en is het zelfs alsof de dagen nog te kort zijn.
Wat doe je daar dan de hele dag,
is een vraag die vaak wordt gesteld. Als je de dag volledig wil benutten, dan raad ik het volgende uurschema aan (please, lach nu eens hartelijk bij de term ‘uurschema’ want ik draag daar niet eens een horloge en kijk amper op mijn gsm).
6u (wanneer het licht begint te worden in mijn hutje): ik sta op, wandel naar buiten, rek mij uit en ga mij installeren voor het schouwspel dat zonsopgang heet.
7u: ik verfris mij met koud water en ga wandelen langs het strand (je kan zeker een uur lang wandelen of meer zonder dat je iemand tegen komt – de occasionele hond of kameel niet meegeteld)
8u: ik haal een kopje koffie/thee en zeg “Sahab al cher” tegen Mohammed of Amir, die zegt “Sahab an nour” terug. (Ik heb nu goeiemorgen gezegd en hij zegt “ook veel licht voor jou” terug.) Ik lees wat, babbel met andere reisgenoten en wacht tot het belletje rinkelt.
9u: Ontbijt. Rijkelijk.
10u: Bikini aan, zwemmetje, liggen, rondlopen, lezen, luieren, naar muziek of podcast luisteren, schrijven, tekenen,…
13u: lunch als je wil en als je nog een hongertje begint te krijgen (soep, vers brood, salade, of een pizza, of wat spaghetti,…)
14-16u: idem als ’s morgens maar na 16u zakt de zon al achter de berg en moet je zorgen dat je gewapend bent tegen de opkomende muggen.
16u – 19u: beetje yoga, beetje mediteren, naar muziek luisteren, babbeltje doen, wandeling naar de buren, theetje drinken (en misschien ga ik de volgende keer tijdens deze uren een dansmomentje inlassen).
19u: Diner. Rijkelijk. Soms dessertje. Altijd koffie/thee. Denk in de richting “eten tot je niet meer kan en dan toch nog een goestingske hebben omdat het allemaal zo lekker is“.
20u: Kaarten, gezelschapsspel, zangstonde (hahaha), vuurcirkel, waterpijp,…
En rond 22u is het tijd voor Bed-lehem. Tenzij je wil nagenieten bij het vuur (als er niet te veel wind is tenminste).
Sleep. Repeat.
Hoe simpel kan het leven zijn.
En okee, we hebben twee uitstappen gemaakt. Daar later meer over.
Wat de woestijn met me deed?
Mij doen vertragen, dat vooral. Mijn horloge en idee van tijd achterwege laten. Terug zoeken naar wie ik werkelijk ben. Wat heb je écht nodig om te leven, om ergens op een vreemde plek toch gelukkig te zijn?
Nu ik de eerste keer een soort mini-groepje begeleidde, kwam ik tot het besef dat het zorgende echt wel in mij zit, ik was héél veel bezig met het welbevinden van mijn medereizigers. Een paar dagen later sprak ik dit ook uit en werd het duidelijk dat ze wel hun plan konden trekken en ik niet de rol van animator van dienst hoefde te spelen.
Hoe erg ik kan genieten van natuur: de zon, het water, de fantastisch mooie lucht en bergen, de duinen in de woestijn, de canyon, de sterrenhemel ’s nachts,… en dat op me in kan laten werken door er daadwerkelijk en letterlijk bij stil te staan
En hoe enorm graag ik eet, en wat gezond eten met je lichaam doet. Ik heb in deze acht dagen nul fysieke klachtjes gehad, geen rugpijn, geen maagklachten, geen hoofdpijn,…
Verder las ik ook nog een speciaal boek, iets over ademen, maar ook daar later meer over. Volgende week ga ik daar iets mee doen.
Ik had verwacht dat ik in een dipje zou vallen, maar ik zit nog altijd op een woestijn-roes, denk ik. Voel me super goed. De enige traantjes kwamen tijdens een liedje in de zumba, ik hoorde iets van “I want to see the sunrise…” en ik verlangde terug naar die schitterende zonsopgang. Maar ik ben ZO dankbaar dat ik dit weer heb mee mogen maken én kunnen delen met een paar fantàstische mensen.
Volgende Sinaï-reis: 16 tot 26 maart 2020.