Een echt goed bed moet je hier niet zoeken, het zijn gewoon matrasjes op de grond. Ik slaap redelijk goed, maar heb wel behoorlijk wat rugpijn. Vanavond krijg ik een massage van Claudine, ik verlang al!
’s Morgens is het ontbijt gevarieerd en vandaag krijgen we een soort pannenkoekjes met appel, of met kaas. Lekker.
Omdat ik me fysiek wat minder voel, en de woestijn blijkbaar op me in begint te werken, ben ik zeer emotioneel. Ik laat wat traantjes bij een sms van mijn vriend en ja, ik mis hem. Maar ik ben zò blij met hem, zò content dat ik dit van hem mag doen, dat hij mij laat zijn wie ik ben, met hem heb ik echt het groot lot gewonnen.
We gaan weer op woestijntocht, deze keer naar “Wizjewazje” – geen idee hoe je het schrijft, maar zo spreek je het uit. Het is een soort oase, een waterpoel, midden in de woestijn, een ferme klim, zo wordt ons gezegd, maar heel mooi. (Achteraf zoek ik het op en het gaat om Canyon Wishwashi.
Over de rotsen, door spleten en gaten, langs kloven, op richeltjes, Taha helpt ons vooruit als een echte gentleman, draagt zelfs mijn fles water. Tot we bij een klein meertje in de rotsen komen. We horen van ver al muziek, een soort trance, house, weet ik veel. Daar ter plekke zitten nog twee toeristen (Egyptenaren uit Caïro) en een gids, een Bedoeien. Ze bieden ons ook meteen thee aan – en een jointje, maar dat laat ik aan mij voorbijgaan (tournéé minerale hé).
Zonder een lokale gids vind je deze plek niet, er staan nergens aanduidingen, je moet het maar weten. Wél ligt er overal plastiek, flessen, verpakkingen,… want ook een vuilnisbak is nergens te bespeuren en het concept “Leave no trace, take your trash” kennen ze hier nog niet. Jammer.
We dalen na een tijdje terug af, keren terug naar de jeep waar Salem ons op wacht met… jawel, een vuurtje en thee. Maar hij roostert ook aubergines in het vuur, heeft een potje mee waar hij een soort tomatensaus met bonen en specerijen in maakt, Taha bakt weer zijn gekende broodje in de as en we krijgen een zalige maaltijd. Zo maar, floep, in de woestijn, tussen de rotsen. Vuurtje wordt gemaakt met wat gevonden hout. We eten en we praten wat, maar op een bepaald moment zegt Salem: “Be quiet for 5 minutes, please”. Niet dat we hem de oren van het hoofd kletsen, maar hij wou ons de stilte van de woestijn laten ervaren. Wauw. Je hoort hier echt niks. Er is geen wind. Je hoort je eigen ademhaling, dat is alles. Overweldigende stilte, nu snap ik het.
Wanneer we terug rijden naar het kamp, begint te regen. Er hangen donkere wolken en het begint zelfs te onweren. Dan maar vroeg gaan slapen, het regent een klein beetje binnen in mijn tent, maar gelukkig is het na een paar uur al over. De volgende morgen hoor ik dat het exact één jaar en twee maanden geleden was dat het daar nog zo geregend heeft.