Thuis met een vraagteken, ja.
Als we terugkeren van een reis, of van een weekendje weg, dan rijden we terug naar Wevelgem, naar huis. Beter gezegd: naar het huis waar ik woon met de liefde van mijn leven. Het huis dat hij zoveel jaren geleden heeft gekocht, en al jaren in woonde toen ik hem leerde kennen. Het huis waar ik nu ook mijn spulletjes heb gezet en enkele nieuwe meubels voor heb gekocht, naar onze smaak. Het huis waar we wellicht de keuken zullen verbouwen volgend jaar en waar we toch zeker nog een jaar of tien in willen blijven wonen, tot de kinderen (zijn kinderen) het nest zullen verlaten.
Maar keer ik terug westwaarts, vanuit Antwerpen of Brussel of nog verder weg, dan moet ik altijd mijn hoofd er bij houden om niet gewoon weer af te slaan richting Brugge. Als ik denk in termen van mijn latere eeuwige rustplaats, dan zie ik alleen maar het kerkhof in mijn eigen stad. Spreek ik met iemand die net als ik is opgegroeid in en om Brugge, dan voelt het extra vertrouwd. Loop ik nog eens door ‘mijn’ stad, dan ben ik soms weer op slag verliefd. Winter of zomer, midden op de dag vervuld van toeristen of ’s avonds laat in een lege straat.

Spiegelrei ©Tiny
Als ik denk aan thuis… dan denk ik weemoedig terug aan mijn ouderlijk huis in de eenvoudige straat met alle bekende buren en kennissen. Aan mijn oude meisjeskamer, waar ik mijn vriendin van twee huizen verder kon zien zitten aan de keukentafel, als ik op het raamkozijn klom. Thuis was altijd al Brugge. Inderdaad, weemoed overvalt mij, want ik voel mij wat ontheemd.
Iemand noemde mij “de Wevelgemse Tiny”. Toen ik het las, krulden mijn tenen en werd ik licht in mijn hoofd: dit klopt niet. Ik ben een Brugse en waar je me ook neer plant, dat zal ik altijd blijven. Ik weiger het zotte accent aan te nemen van de Zuid-Westvlamingen, ik zeg geen “skone skoenen” en praat niet over “bwom” maar over boomn. ’t Is mijn rugge niet die pijn doet, maar mijn “rik”.
Vergis je niet: ik woon hier wel graag, in Wevelgem, het is hier rustig, ik heb in onze tuin prachtig zicht op de uitgestrekte hemel, en twee straten verder beginnen de weiden en loop ik heerlijk alleen. Maar elke dag rij ik met plezier naar mijn werk aan de rand van MIJN stad. En wat ben ik blij als ik op maandagavond tijdens de fotografieles in Brugge mag rondstruinen, of als ik mijn vrienden terugvind bij een optreden in de stad waar ik van hou.

Coupure ©Tiny